Hoe kies je de juiste broek voor jouw lichaamstype?

Vind de perfecte snit die jouw figuur flatteert

Broeken – of het nu jeans of nette pantalons zijn – zijn een onmisbaar onderdeel van onze dagelijkse garderobe. Toch gaat het kiezen van een goed passend model vaker mis dan we denken. Een verkeerde snit kan ons korter doen lijken, bredere zones benadrukken of ons silhouet uit balans brengen. 

Elke vrouw heeft een uniek figuur, en verdient een broek die haar lichaam op de juiste manier ondersteunt en flatteert. In deze blog help ik je op weg met praktische tips om de juiste broek te kiezen, afgestemd op jouw lichaamstype. Of je nu lang of klein bent, bredere heupen hebt of juist een rechte bouw – er is altijd een model dat bij jou past!

 

Lichaamstype 1: Appelvorm

  • (Meer volume rond de buikstreek, slanke benen)
  • Doel: Leg de nadruk op je benen en creëer een optische taille.
  • Wat werkt goed voor jou:
  • Broeken met een elastische tailleband of een comfortabele sluiting.
  • Rechte of licht taps toelopende pijpen.
  • Donkere, effen kleuren (monochroom).
  • Hoge taille met stevig materiaal dat de buik subtiel ondersteunt.
  • Vermijden:
  • Lage tailles of hele strakke stoffen rond de buik.

 

Lichaamstype 2: Peer

  • (Bredere heupen en dijen, smallere schouders)
  • Doel: Het figuur in balans brengen door de nadruk te verleggen van heupen naar taille of bovenlichaam.
  • Wat werkt goed voor jou:
  • Broeken met een middelhoge of hoge taille die je taille accentueren.
  • Rechte of wijde pijpen die de heupen optisch versmallen.
  • Donkere kleuren op het onderlichaam, eventueel gecombineerd met een opvallend topje.
  • Stoffen met een lichte stretch die comfortabel zitten zonder te strak te spannen rond de heupen.
  • Wat je beter kunt vermijden:
  • Skinny jeans met opvallende details op de heupen of dijen.
  • Broeken met zakken op de heupen of horizontale lijnen.

 

Lichaamstype 3: Zandloper

  • (Evenredige schouders en heupen, met een duidelijk gedefinieerde taille)
  • Doel: Het silhouet volgen en de taille benadrukken.
  • Wat werkt goed voor jou:
  • Broeken met een hoge taille en een aangesloten pasvorm.
  • Modellen die je rondingen volgen, zoals slim fit of bootcut jeans.
  • Stretchstoffen die comfortabel meebewegen en je vormen flatteren.
  • Riemen of taille-accenten om je slanke taille te benadrukken.
  •  Wat je beter kunt vermijden:
  • Te losse of recht vallende broeken die je figuur verbergen.
  • Modellen met een te lage taille die je proporties uit balans brengen.

 

Lichaamstype 4: Rechthoek (of recht figuur)

  • (Weinig taille, gelijkmatige schouder- en heupbreedte)
  • Doel: Meer vrouwelijke rondingen creëren en de taille accentueren.
  • Wat werkt goed voor jou:
  • Broeken met een hoge taille of paperbag-modellen die vorm toevoegen aan de taille.
  • Broeken met details, zoals zakken, prints of plooien rond heupen en billen.
  • Flared jeans of wide leg broeken die volume geven aan het onderlichaam.
  • Riemen of opvallende sluitingen om het middel te accentueren.
  • Wat je beter kunt vermijden:
  • Hele strakke of vormloze broeken zonder structuur.
  • Rechte modellen zonder tailleaccent.

 

Lichaamstype 5: Omgekeerde driehoek

  • (Brede schouders, smalle heupen en benen)
  • Doel: Evenwicht brengen tussen boven- en onderlichaam door volume toe te voegen aan de onderkant.
  • Wat werkt goed voor jou:
  • Broeken met wijde pijpen, flare of palazzo-modellen.
  • Lichtere kleuren of prints op het onderlichaam.
  • Modellen met details op de heupen (zoals zakken of plooien).
  • Broeken met een lage of middelhoge taille om lengte in de romp te creëren.
  • Wat je beter kunt vermijden:
  • Skinny broeken die je onderlichaam nog smaller doen lijken.
  • Te donkere kleuren onderin zonder visueel evenwicht boven.

 

 

Terug naar blog